Geschiedenis

Lang geleden…
Toen ik in 1976, 22 jaar oud, voor het eerst voet op Klaverland zette, de naam van de enclave waar de huidige theetuin deel van uitmaakt, was ik meteen verliefd op die plek. Al was het toen een verlaten steenfabrieksterrein, kaal, en met ook heel veel lelijke fabrieksgebouwen. Maar het huis, waar ik kwam te wonen, lag aan de rand van het terrein op een dijkje. En daar had ik een fantastisch uitzicht op de rivier, de rivierduinen, de heuvelrug van Nijmegen, de weilanden met koeien en de natuurgebiedjes van Staatsbosbeheer die er toen al waren. Een mooier uitzicht bestond er niet.
Om het huis lag een zeer groot terrein, verlaten en verwilderd, vol puin en rotzooi van de steenfabriek. Ik zag onmiddellijk allerlei mogelijkheden om dat terrein beetje bij beetje om te toveren tot, wat later bleek, een waar paradijs. Het was natuurlijk een meerjarenplan, maar de eerste stap was het opruimen van al het puin en de aanleg van een moestuin.
Er werd ieder jaar weer een stuk terrein ontgonnen, puin opgeruimd en distels en bramen bestreden. Eerst kwamen er twee melkgeiten die gemolken werden en van de melk maakte ik kaas. Op een gegeven moment had ik een veestapel van 40 schapen en nog tientallen kippen, kalkoenen, eenden, parelhoenders en duiven.
Ik voelde mij de koning te rijk met al dat vee en al die grond! Maar het werk groeide natuurlijk tot over mijn oren.

Lief en leed
In 1978, ik was toen 24 jaar oud, ontmoette ik de twee jaar oudere kunstenaar Floor Oskam. Hij woonde in Amsterdam en hij zag -behalve mij- de plek ook helemaal zitten. Die vrijheid ook. Dat was natuurlijk uniek, en de mogelijkheden… Floor en ik hebben een relatie gekregen en zijn na onze eerste ontmoeting (bijna) geen dag meer zonder elkaar geweest tot aan zijn tragische dood op 31 december 2014. Meer dan 37 jaar hebben wij, naast lief en leed, ook de passie voor tuinieren gedeeld. Naast het tuinieren hadden Floor en ik ook een passie voor reizen. We hebben in al die jaren samen zeker 25 grote reizen gemaakt naar veel verschillende exotische landen in alle werelddelen. Daar deden we inspiratie op en kochten we mooie spullen voor in huis en later ook voor in de theetuin. We deden alles zelf. Wat een gelukkige tijd was dat! Zo samen als verliefd stel bouwen, pionieren en reizen! Ik bleek heel handig te zijn, maar Floor had werkelijk ‘gouden’ handen… Wat kon deze man mooie dingen maken en van mooie detailleringen voorzien!

Van privé naar publiek
De tuin was inmiddels zo mooi en bijzonder, mediterraan zelfs, dat er steeds meer mensen kwamen vragen, bekenden en onbekenden, of ze de tuin misschien mochten zien… Ik had stiekem een droom. Wat zou het fijn zijn wanneer we de tuin zouden kunnen openstellen voor publiek en daar wat geld voor vragen zodat de tuin iets zou kunnen opleveren in plaats van dat we er alleen maar geld in stopten. Maar ja, dat had natuurlijk wel consequenties. We waren gewend om op die plek volledige privacy te hebben en nu zouden er allemaal vreemde mensen over de vloer komen… Voor Floor hoefde het niet zo nodig. Die had zijn eigen werk waar hij helemaal gelukkig in was. Na lang wikken en wegen ging Floor echter overstag. Hij zag in dat ik in mijn baan niet echt gelukkig was, en dat het voor mijn ontwikkeling van belang was.

Inmiddels waren de omliggende weilanden en maisakkers opgekocht door het Wereldnatuurfonds en waren wij onderdeel geworden van de Millingerwaard, het inmiddels beroemde rivierlandschap. Stichting Ark, die het natuurgebied in die tijd beheerde, en ook de plannen voor dat gebied smeedde, maakte erg veel reclame, en het gebied kwam daardoor veel in de publiciteit. En van die toen inmiddels landelijke publiciteit profiteerden wij natuurlijk enorm. Er kwamen steeds meer natuurliefhebbers naar de Millingerwaard en daar lagen wij dus middenin. Die mensen hebben natuurlijk ook trek in een kop koffie of thee met een lekker stuk taart! De Millinger Theetuin was geboren! In juli 1994. Heel spontaan, midden in de zomer.
Er moest natuurlijk van alles worden aangeschaft: kopjes, schoteltjes, meubilair… In één keer waren we van tuinliefhebbers horecaondernemers geworden. Het bijzondere van de tuin was dat het helemaal verscholen lag achter dijkjes. Van buiten kon je je eigenlijk geen voorstelling maken dat daar zo’n bijzondere tuin verscholen lag. Je kwam via een poortje en een trapje de dijk op en boven op het dijkje keek je neer op een bijzondere, totaal on-Nederlandse tuin. Mensen waren zeer blij verrast. Zó’n mooie tuin als klapstuk op een wandeling in een even mooi natuurgebied. Wat een combinatie!

We begonnen met een koffiezetapparaatje en een waterkoker. Maar dat was al gauw niet toereikend meer; er moesten nog meer apparaten komen. De stoppen sloegen om de haverklap door, dus aan de elektriciteitsvoorziening moest ook een en ander gedaan worden. Er moest nóg meer meubilair komen, enzovoort… De bezoekers waren allemaal zeer enthousiast en de complimenten waren niet van de lucht.
Na al die jaren investeren, kwam er geld binnen en kon ik mijn baan opzeggen! In de jaren erna werden tal van projecten en projectjes gerealiseerd en maakten de moestuin en de fruitbomen plaats voor een nieuw terras en voor meer sierlijke aanplant en meer exotische elementen.

De publiciteitsmachine draaide intussen op volle toeren. Prachtige reportages in de ‘Residence’ en later in zowat alle ‘glossies’ en tijdschriften . Alle kranten schreven over ons, ook Duitse kranten. Zelfs veel op de Nederlandse en Duitse televisie geweest met onze tuin. Wat waren wij trots en blij met dit succes. En we werden meer en meer een bijzonder horecabedrijf. We begonnen lunches te serveren en High Tea.
Floor zwaaide inmiddels de scepter in de keuken en hij begon van de gerechten heuse kunststukjes te maken. Alles gedecoreerd met bloemen.

In 2000 werd het oude houten pand, na het eindeloos opgeknapt en onderhouden te hebben, gesloopt waarbij de mooie stenen aanbouwen bleven staan. Het werd in 2001 vervangen door nieuwbouw naar eigen ontwerp. Wij waren erg gelukkig met ons mooie nieuwe pand. En we maakten nog steeds mooie reizen in de wintermaanden. En dat kon ook heel goed omdat de tuin in de winter gesloten was.

Spanje en tragiek
Na nog een groot aantal reizen waren we daar toch in 2008 een beetje verzadigd mee geraakt. We besloten een huis te kopen in Spanje om daar in het vervolg de winters door te brengen. Dat beviel heel goed, en inmiddels hadden we ook daar een mooie tuin aangelegd, tropisch van karakter. We woonden op de mooiste plek van Spanje met een prachtig huis, een 200 jaar oude ‘finca’, en dito tuin. Dat vonden we echt! We hebben hier samen zeer gelukkige jaren gehad. In Spanje overwinterden we en in de zomermaanden hadden we de Theetuin.

Toen wij op het punt stonden om de Theetuin te verpachten aan onze goede vriend Rob Frowijn, werd Floor, vier dagen na onze vliegreis naar Spanje, ernstig ziek en overleed, na een reeks van medische blunders, bijna twee maanden later in het ziekenhuis in Málaga. Onze droom van samen oud worden -Floor was nog maar 62- hier op onze fantastische plek met dit heerlijke klimaat, werd in één klap volledig weggevaagd.

Na toch nog een seizoen gedraaid te hebben in de Theetuin, vond ik het welletjes, het was zonder Floor niet meer leuk. Ik besloot naar Spanje te verkassen en wel voorgoed!

Gelukkig heb ik in Rob Frowijn een zeer geschikte en toegewijde opvolger gevonden en ik ben heel blij dat ons levenswerk in goede handen verkeert, Inmiddels ben ik opnieuw erg gelukkig in Spanje, en zet ik ons gezamenlijke project hier in mijn eentje voort.

Coen van den Boogaard